Prinsenpaar 1998
Prins Jan d’n Twedde en Prinses Lidy
(Raaymakers)
Proclamatie
Wij, Prins Jan d’n Twedde, ex-Zeikmeik, en mijn Prinses Lidy, geboren Hen,
opvolger van Prins Rob d’n Urste en Prinses Gerry, Prins van alle Hanen en Hennen, Kuukes
en al het ongebore gerei, verklaren:
Ten 11e
Hoop ik dat we het er net zo goed van afbrengen als Prins Rob en Prinses Gerry;
met heel veel plezier en geen herrie!
Ten 10e
Vorig jaar zei Rob: laat ze maar lullen, wij hebben de vierde Prins op de Nullen.
Maar al is het dan maar kletspraat, ik ben ook de vierde Prins in onze straat.
Ten 9e
Dat we er een mooi speelveld bij hebben, dat is zeker. Daarvoor waren dan ook veel mensen actief in ’t Leker.
Hopelijk blijft alles daar voorlopig staan, want met de jeu de boulesbaan is het anders gegaan.
Ten 8e
Dat ook het kerkplein aan het veranderen is.
Toch mooi dat ze dat allemaal doen voor de carnavalsmis.
Ten 7e
Mijn beroep is metselaar, verbouwen, renoveren maar vooral veel stenen leggen.
Alles in overleg samen met onze vorst Toon, maar met carnaval heb ik het voor het zeggen.
Ten 6e
Als voetballer ga ik nog graag een balletje trappen, en ook in de derde helft komen er nog wat spieren los.
Misschien dat ik er nog wat aan heb tijdens de carnaval met al dat gehos.
Ten 5e
Dat de griessel weer is ingeleverd en Gresel naar Dronten is gegaan.
Toch jammer dat wij het nu zonder griessel moeten doen en straks met lege handen staan.
Ten 4e
Net als onze vorige Prinses speelt ook mijn Prinses graag een klucht of een blijspel,
maar dat je met de carnaval niet gewoon hoeft te doen weten jullie zelf ook wel.
Ten 3e
Wij hebben een raad, hofkapel en dansmariekes met veel talent.
Als wij nou allemaal goed meedoen, krijgen we een carnaval zoals we zijn gewend.
Ten 2e
Als de carnavalswagen dit jaar weer op stal moet blijven staan en wij te voet moeten gaan,
vragen wij niet zo’n lange draad van de raad,
maar worden er nog vrijwilligers gezocht die ons dragen met de optocht.
Ten 1e
Namens mij en mijn Prinses en de hele carnavalsclub wen ik jullie ene goede en gezellige carnaval toe
onder het motto:
Ik gooi mijn troefel aan de kant en pak een pilsje in de hand,
want één ding is zeker: carnaval vieren kunnen ze in ’t Leker.